In het land van Ooit

Princeton, NYC, Philadelphia en Fallingwater  PRINT

13 t/m 22 mei 2007


Hoe voorkom je een jetlag? Niet. Het devies is lijdzaam wachten tot je biologische klok weer gelijk loopt. Hoe zou het luchtvaartpersoneel daar in godsnaam mee omgaan?
Dit doet niets af van de mooie tijd die mijn partner en ik hebben gehad tijdens onze tiendaagse vakantie in de VS. We waren er op bezoek bij een vriend die als gasthoogleraar een sabbatical doorbrengt aan de prestigieuze universiteit in Princeton.
De landelijk gelegen Princeton University spiegelt zich graag aan de oude Engelse universiteiten. De gebouwen op de campus zijn dan ook grotendeels opgetrokken in een - aan Cambridge gerelateerde - neogotische stijl. Naast de neogotiek kom je er een ratjetoe aan bombastische quasi historiserende stijlen tegen. Princeton oogt als een sprookjeswereld in Harry Potterstijl. Een van de schaarse eigentijdse gebouwen is de in aanbouw zijnde bibliotheek van Frank Gehry (bekend van o.a. het Guggenheim, Bilbao). Maar vergis je niet. Deze universiteit hoort tot de wereldtop. De tweede universiteit van de Verenigde Staten. Je komt hier echter niet binnen voor je 40.000 dollar hebt neergeteld en je minstens gemiddeld een acht op je cijferlijst hebt staan. Volgens onze gastheer werken de studenten hier ook aanmerkelijk harder dan in Nederland. In ieder geval maken ze meer uren, ook op zondag mochten we constateren. De bibliotheek is op die dag gewoon open. Daar brengt menig student veel studietijd door omdat op de studentenkamers, die ze doorgaans delen met minstens een studiegenoot, de ruimte en rust vaak ontbreekt.

Vanuit Princeton maakten we uitstapjes naar Manhattan en Philadelphia. Vervolgens maakten we een driedaagse reis westwaarts via Pennsylvania Dutch County en Gettysburg naar twee huizen van Frank Lloyd Wright: Falling Water en Kentuck Knob.


New York en Philadelphia





New York geldt als een der meest Europese steden van de VS. De stad voelt, ondanks de gigantische wolkenkrabbers, inderdaad vertrouwd aan. We gingen maar onmiddellijk de hoogte in. Het uitzicht vanaf het empire state building over de skyline was adembenemend. Daarna bezochten we het met emotie geladen Ground Zero. Aan de hekken hangen foto’s. Opvallend dat zo’n clichéfoto van een saluerende officier in tranen oprecht ontroerde. In de cafés mochten we constateren dat de kwaliteit van de koffie sinds ons vorige bezoek (jaren geleden), er danig op vooruit is gegaan. Als je tenminste geen American coffee bestelt. Het nog niet zo lang geleden vernieuwde MoMA (Museum of Modern Art) bleek ook alleszins een bezoek waard. Naast de hedendaagse kunst, de Picasso’s, Monet’s en Warhol’s was voor ons Nederlanders vooral de Mondriaanzaal interessant. En dan met name Broadway Boogie Woogie. Niet te verwarren met Victory Boogie Woogie die in het Haags Gemeentemuseum hangt. Een elektriserend schilderij dat voortdurend in beweging lijkt. Het energieke leven in Manhattan op zijn Mondiaans verbeeldend. Wat we echter vooral hebben gedaan: slenteren, wandelen en struinen langs de straten van Manhattan. Het is, ondanks de drukte, een perfecte wandelstad. We eindigden in Greenwich, in een klein Italiaans familierestaurantje terwijl buiten de regen de brede straten schoonspoelde.

Philly, zo wordt Philadelphia in de volksmond liefkozend genoemd. Ondanks zijn 1,5 miljoen inwoners heerst er vergeleken met NY bijna een provinciaalse sfeer. Hoewel er sinds de jaren tachtig geen ban meer bestaat op hoger bouwen dan het Washington Monument oogt de skyline aanmerkelijk minder indrukwekkend. Het is echter een stad met een belangrijke historie. Hier is de grondslag gelegd voor de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten.
Eerst bezochten we het in Georgiaanse stijl gebouwde Powelhouse (1765). Samuel Powel was de laatste burgemeester van Philadelphia onder de Britse kroon en de eerste na de onafhankelijkheidsoorlog. Een beminnelijke dame leidde ons door het huis dat vol zat met verhalen. Powel was een quaker, een religieuze stroming die soberheid van leven voorstond. Die soberheid was niet terug te vinden in het rijk gedecoreerde huis. En zeker niet in de levenswijze van zijn echtgenote Elizabeth Willing. Ze onderhield contacten met invloedrijke personen en gaf regelmatig salons die o.a. bezocht werden door John Adams, Benjamin Franklin en George Washington. Opmerkelijk is het portret dat van haar is geschilderd in hetzelfde jaar dat haar man overleed. Ze is daar, gezien de omstandigheden, frivool gekleed met een laag decolleté. Maar tevens houdt zij een rouwdoek vast en is er op de achtergrond een urn geplaatst. Men denkt dat de opdracht voor dit schilderij is gegeven voordat haar man overleed en dat de rouwobjecten zijn toegevoegd na zijn overlijden om het nog enigszins acceptabel te maken. Dit mocht echter niet baten want ze schonk het portret aan haar personeel.
Na de upperclass kwam de armere klasse aan bod bij de bezichtiging van Elfreth’s Alley. Het oudste nog bewoonde straatje in Philadelphia. Van de sloophamer gered door een dame die met het geld dat zij verdiende bij het uitbaten van een restaurant en met behulp van vrienden één voor één de panden opkocht. Dit is vrij uniek want veel oude buurten, met name die uit de arbeidersklasse, zijn verdwenen in deze stad.

Tenslotte mocht een rondleiding in de Independence Hall niet ontbreken. Binnen dit gebouw werd de Onafhankelijkheidsverklaring op 4 juli 1776 aangenomen. En op 17 september 1787 werd hier de Grondwet van de Verenigde staten ondertekent.


De Amish, Gettysburg en Fallingwater





Samen met onze gastheer maakten we een driedaagse reis via bijzondere omzwervingen naar Fallingwater. Een van de eerste stops was in Pennsylvania Dutch Country. Een streek waar veel mennonieten wonen en waar zich een van de belangrijkste gemeenschappen van de Amish bevindt. Mennonieten of anabaptisten zijn ontstaan in 1540 en genoemd naar de Friese priester Menno Siemons. Een van hun belangrijke pijlers is dat geloof alleen op vrijwillige basis kan ontstaan. Vandaar dat ze niet als kind maar als volwassene willen worden gedoopt. Daarnaast zweren ze geweld af. De Amish zijn volgelingen van de Zwitser Jacob Amman (1644-1730). In 1693 hebben ze zich afgesplitst van de mennonieten. Zij vonden dat de mennonieten niet zuiver genoeg waren in de leer. De Amish keren zich in tegenstelling tot de mennonieten af van de maatschappij. Dat wil onder andere zeggen dat ze scholing tot andere dan agrarische beroepen verbieden en het gebruik van moderne technieken vermijden. Intercourse is een klein plaatsje met in het centrum toeristische winkeltjes waar Amish-handwerk te koop is zoals de beroemde quilts. In de winkels waren de Amish echter niet te bekennen. Af en toe zag je ze over straat lopen. De dames met bonnet en de heren - snorloos bebaard - gekleed in een zwart pak met hoed. Soms kwamen ze in een paardenkoetsje voorbij.

Bij Gettysburg is een van de meest beslissende veldslagen (1-3 juli 1863) uitgevochten tussen de noordelijke en zuidelijke staten. Deze kostte vele levens. Berucht werd een desastreuze inschattingsfout op de derde dag van een generaal van de zuidelijke troepen, Pickett (Pickett’s Charge). Zijn troepen stormden zonder dekking van het landschap in de dodelijke armen van de vijand die vanaf de heuvel vrij schieten had. Duizenden levens werden in een dag over de kling gejaagd. De slag bij Gettysburg was zo belangrijk omdat dit de enige slag was die op Noordelijk grondgebied is uitgevochten. De burgeroorlog heeft nog twee jaar geduurd maar mede door deze overwinning kwam het overwicht definitief bij het noorden te liggen.

Uiteindelijk kwamen we aan bij de eindbestemming van de reis: Fallingwater. Dit is een van de beroemdste huizen die ontworpen is door de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright (1867–1959). Toen hij de opdracht kreeg van Edgar J. Kaufmann was zijn carrière min of meer in een impasse geraakt en werd hij geplaagd door schulden. Maar Fallingwater (1934-37) zou een glorieuze doorstart betekenen. Het huis werd een van zijn meest geliefde en bejubelde. En terecht. De manier waarop hij het huis met de omgeving geïntegreerd heeft is nog steeds onovertroffen. Het materiaalgebruik is zowel natuurlijk – ongepolijste natuursteen zodanig gemetseld dat de muren op rotswanden lijken – als niet natuurlijk: beton. Het beton is echter weer geschilderd in een beige kleur die refereert aan stervende planten. Het ontwerp, een verticaal en horizontaal lijnenspel, is modern en tijdloos tegelijk. Gesitueerd in een heuvelachtig bosrijk landschap en gebouwd boven een waterval biedt het bovendien een prachtige aanblik.

Het iets minder indrukwekkende Kentuck Knob (1954), een ander huis van Wright bezochten we de volgende dag. Ook dit huis was mooi gesitueerd en tevens was er een combinatie toegepast van natuurlijke materialen en beton. Toen het huis pas was gebouwd was er echter nog vrij uitzicht vanuit het huis. Nu was het omsingeld door het bos wat de lichtinval niet ten goede kwam. We wandelden na de bezichtiging van het huis nog een tijdje door de beeldentuin met soms opmerkelijke moderne kunst. Zo was er een stuk van de Berlijnse muur compleet met graffiti te bewonderen.

Met deze reis eindigde ons verblijf in Princeton. Een vakantie waarin we enkele belangrijke en opmerkelijke cultureel geschiedkundige kanten van dit deel van de Verenigde Staten hebben leren kennen.



© 2007 G.A. den Held

GABY DEN HELD
          
                        
IN HET LAND VAN OOIT